Ineke kan fysiek haar balans niet altijd houden. Daarom loopt zij negen van de tien keer met een stok. Dat helpt goed. Maar mentaal vindt zij het vaak een stuk lastiger. Zij zoekt regelmatig naar balans als zij het nieuws tot zich neemt, maar ook als zij vergeten is om haar telefoon op te laden. Hoe druk mag of moet je je waarover maken?
First World Problems
Je kent ze wel, van die dagen waarop je denkt: kan er dan helemaal niks normaal!?
Je voelt je opgefokt, je wasmachine centrifugeert, je krijgt een verkeerd opgestelde factuur op de mat en je hebt die leuke opdracht nét niet gekregen. Je bloeddruk stijgt, je loopt mokkend door het huis en wenst dat deze dag snel voorbij is.
Maar dan komt bij mij altijd weer die stem in mijn hoofd: kom op, zeg, dit is een first world problem. Kijk even naar al die mensen die op de vlucht zijn, die geen dag zonder angst leven, die naasten verliezen. Kijk hoe de klimaatcrisis steeds feller om zich geen grijpt. Kijk naar de armoede, ook in ons eigen land en in je eigen stad.. Vind je het niet volkomen ongepast om je druk te maken over je eigen kleine dingen? Zat mensen die überhaupt nooit een wasmachine hebben gehád of van dichtbij hebben gezien. Een zzp-opdracht binnenhalen wordt een lachertje als je denkt aan wie niet eens weet of hij het eind van de dag haalt. En die telefoon? Pfffft. Daarin de balans vinden, dat vind ik dus echt moeilijk. En een stok helpt niet.
Het is best goed om je eigen problemen eens naast die van anderen te leggen. Zijn het dan nog wel problemen? Toch heeft dat lang niet altijd zin. Natuurlijk is er heel veel te bedenken dat veel erger kan. En het is goed om zaken in perspectief te blijven zien. Maar als je élk probleem of elke gebeurtenis wegwuift als onbeduidend, loop je het risico je eigen gevoelens niet serieus te nemen. En dat dat problemen op kan leveren, dat weet ik uit ervaring. Maar dat leg ik even terzijde.
Een middenweg met stok
Ik word regelmatig totaal overweldigd door het nieuws. En dat terwijl ik het alleen maar lees. Ik heb al meer dan 10 jaar geen tv meer. Als ik het lees, heb ik genoeg aan de beelden in mijn hoofd. Soms zie ik een flard via de socials, of via de nieuwssites, en dan weet ik weer waarom ik me er gedeeltelijk voor probeer af te sluiten. Ik voel me machteloos, moedeloos zelfs. Ik wil geen onderdeel meer zijn van een wereld als deze, en nog verder. Maar wie heeft er iets aan als ik me door dat gevoel laat meeslepen? Wiens leven wordt beter als ik me niet opwindt over mijn first world problems?
Ik probeer de middenweg te bewandelen. Met stok. Misschien is de oplossing niet óf relativeren óf overweldigd raken, maar ruimte maken voor beide. Ik mag best balen van iets kleins en tegelijk geraakt worden door iets groots. Ik mag me bewust zijn van mijn bevoorrechte positie, maar hoef mijn eigen gevoelens niet te ontkennen. Dat ik me druk maak over iets kleins, maakt me geen ondankbaar mens. Dat ik me bang en machteloos voel over wat er in de wereld gebeurt, maakt me geen watje.
Advocaat van de duivel
Ik ben niet meer zo activistisch als ik ooit was. Dat heeft onder andere een fysieke reden.
Het lukt me niet meer zo goed om op de barricaden te staan, ook niet met een stok.
Ik probeer dus te doen wat ik wel kan: petities tekenen, initiatieven steunen met een donatie, anderen vertellen over die initiatieven, dat soort dingen. Nooit vind ik dat ik genoeg doe, altijd doe ik te weinig. Ben ik daardoor onderdeel van die ‘zwijgende meerderheid’? Of nog erger: wek ik de indruk dat het me allemaal niets doet?
Gék word ik ervan. Want ik zoek ook daarin balans. Ik weet vaak niet genoeg van de (oorsprong) van Grote Zaken in de wereld om er keihard over te gaan schreeuwen. Ik zoek nuance, ik wil juist niet ‘voor’ en ’tegen’. Advocaat van de duivel, dat kan ik soms zomaar zijn. Om te kunnen verklaren, om te kunnen begrijpen waarom mensen de vreselijkste dingen kunnen doen. Niet om ze goed te praten.
Ik weet niet meer waarvoor ik mijn vechtlust moet of kan inzetten. Hoe groot moet het zijn? Hoe dichtbij? Hoeveel moet of kan ik erover weten om te kunnen beslissen? Meet ik mijn betrokkenheid af aan hoe vaak ik ga demonstreren? En hoe vaak is dan genoeg?

Hoop en evenwicht
Ik loop inmiddels al een aardig tijdje mee bij Power by Peers. Vaak zie ik bij deelnemers aan onze groepen en trajecten van alles gebeuren, juist door zogenaamd kleine dingen. Kleine, aardse activiteiten die voor een deel van de buitenwereld misschien amper iets voorstellen, maar die een ingang naar een andere wereld kunnen zijn. Een iets betere. Een nog weer iets betere. Stapje voor stapje. Daar put ik vaak hoop uit. Als het in het klein zo kan, waarom dan niet in het groot?
Ik zou nu met gemak mijn eigen betoog weer onderuit kunnen halen met mijn realisme, met mijn pessimisme, maar ik denk maar weer even aan die balans. Aan mijn stok. En aan hoe ik door het leven balanceer. Heb jij al een evenwicht gevonden?
Ineke Buijs
NB: Ik sluit overigens helemaal niet uit dat ik me alsnog een of meer keer aansluit bij een protest.